De Nederlandse overheid moet flink werk maken van de voorlichting rond drones. “Het is niet de vraag of er ongelukken gebeuren, maar wanneer.”

Dat stelde Peter van Bleyenburg tijdens de lenteborrel van de Dutch Aviation Group, schrijft Luchtvaartnieuws.nl. Van Bleyenburg is topman van UVS International, de branchevereniging voor fabrikanten van onbemande vliegtuigen en hun toeleveranciers.

Hij pleit voor de oprichting van een Dutch Drone Council, waarin overheden, bedrijfsleven en drone-operators samen werken aan het veilig en verantwoord inzetten van drones en UAV’s.

“Door onwetendheid bij amateurs die een drone kopen bij de Bijenkorf zitten we als luchtvaartsector op een tikkende tijdbom”, stelde Bleyenburg. “Maandelijks produceert alleen het Chinese DJI al vijfienduizend drones, die wereldwijd worden verkocht.”

Bijna-ongelukken met drones

Het is streng verboden om met drones, officieel Remotely Piloted Aircraft Systems (RPAS), in de omgeving van luchthavens te vliegen. Toch vinden steeds vaker drone-meldingen plaats door piloten van verkeersvliegtuigen, vooral door de sterke stijging van hobbymatig gebruik.

Tot ongelukken heeft het nog niet geleid. Maar een drone die in de motor van een vliegtuig komt kan veel schade veroorzaken en voor levensgevaarlijke situaties zorgen.

Regelgeving opstellen

Een Dutch Drone Council, naar Frans voorbeeld, zou regelgeving moeten opstellen, handhaven en kenbaar maken bij het grote publiek. “Ook partijen als Shell en de NS, die straks als multinational volop gebruik zullen maken van drones – ook al weten ze dat soms nog niet – moeten daarbij zijn.”

Anne Cor Groeneveld, voorzitter van de Dutch Aviation Group, steunt het idee. “Wij willen zeker meedenken en onze expertise inzetten.” Eerder stelde Groeneveld al dat, ondanks de soms bijna-botsingen bij Schiphol, drones niet alleen als een gevaar hoeven te worden gezien. “Op Schiphol kunnen ze zelfs worden ingezet om vogels te verjagen, wat de veiligheid ten goede komt.”

Lees meer nieuws over de luchtvaartsector op Luchtvaartnieuws.nl.

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl